iCov

Sushi-keten in de knoei

Enkele jaren geleden komt bij de Belastingdienst aan het licht dat een bekende sushi-keten fraudeert via kassasystemen. Het blijkt echter lastig om de omvang van de problematiek in kaart te brengen, vooral omdat de organisatiestructuur van de keten (bewust?) verwarrend is opgezet.

Na enig onderzoekswerk blijkt dat het feitelijk om twee bedrijfsstructuren gaat, waarvan eentje franchise-ondernemingen beheert en de andere een ‘gewone’ bv is. De fraude is gepleegd bij de eerste: de franchise-keten. Er lijkt 20 miljoen te zijn weggeschreven over een periode van vijf jaar, verdeeld over 12 tot 15 vestigingen. Die franchiseorganisatie zelf kent ook een rommelige structuur, met allemaal bv’tjes die er weer boven en onder hangen waardoor onduidelijk was wie nu precies de eigenaren waren. Deze keten is al enkele jaren onderwerp van onderzoek. In 2017 zei de teamleider MKB over de samenwerking met iCOV:  “Het helpt dat iCOV meldingen van de FIU (Financial Intelligence Unit) en politiedata in de rapportages heeft staan. Nu hebben we alles veel sneller beschikbaar in één overzicht. De rapportages zorgen er dan ook voor dat we doelmatiger en gecoördineerder kunnen werken.” Uit de Relatie Rapportage die iCOV voor deze casus maakt, komen drie personen naar voren die als een spin in de diverse webjes zitten. Die personen zijn dus eigenaren van zowel de bv als de franchise-vestigingen. 

 

Volgens de Landelijk Projectleider Kassasystemen had men deze informatie en crosslinks, vanwege de grote hoeveelheid informatie en de onduidelijke onderliggende structuur, handmatig nooit boven tafel kunnen krijgen. Uit eigen informatie blijkt dat één van deze drie heren de gesprekken met banken voert voor de financiering van de franchise-ondernemingen, terwijl voor de bühne iemand anders de scepter zwaait. Uiteindelijk zijn deze drie personen verhoord door de FIOD en is van meet af een accountant van de Belastingdienst aangesteld, om het ‘verlies’ door te rekenen. In 2016 is vervolgens een deal gesloten waarbij 3,9 miljoen is betaald én een heffingsrente van 400.000. In 2017 is nog eens 1,5 miljoen betaald. Sindsdien is de Belastingdienst doorlopend in gesprek met de directie en kijkt ze regulier mee met de (btw-)aangiftes. Volgens de projectleider is dit een succesvolle afhandeling van een complexe casus want a) het geld is geïnd, b) het bedrijf is in stand gebleven (geen werkgelegenheidsverlies) en c) er heeft een langdurige, structurele verandering plaatsgehad, waarbij de organisatie heeft geïnvesteerd in zogenaamde keurmerkkassa’s die afromen onmogelijk maken. 

 

De teamleider MKB tot slot: “Zelf ben ik wel verbaasd dat een aanvraag bij iCOV niet bij het standaard werkproces van de Fraudeteams van de Belastingdienst hoort. Niet alleen omdat het handig is om zicht te krijgen op de structuur van belastingontduiking. Maar vooral ook omdat een extra controlemechanisme biedt voor de belastinginspecteur: zijn alle betrokkenen en omstandigheden doorgelicht? Een iCOV Relatie Rapportage (iRR) zou wat mij betreft ook standaard moeten worden aangevraagd bij grote ondernemingen en de top 20.000 van het MKB. En Zeer Vermogende Personen natuurlijk, die waarschijnlijk met buitenlandse constructies werken om vermogen buiten beeld van de Belastingdienst te houden. Het is volgens mij de kern van het ‘Informatiegericht Toezicht’; het huidige speerpunt van de Belastingdienst.”